Over een Belg en een Nederlander…

Nee, dit stukje gaat niet over Bart en mij (hij is Belg, ik Nederlandse). Ongeveer vijfenhalf jaar geleden kreeg ik via de gemeente het verzoek om een al wat ouder koppel te trouwen. Leeftijd-mijn-opa-en-oma. Als jonge trouwambtenaar vond ik dat spannend en gaaf tegelijkertijd, dus ik zei meteen ‘ja’. Nu zij nog…

Mijn collega sprak met hen af dat ze naar het gemeentehuis zouden komen. Normaal gesproken ga ik altijd op huisbezoek, maar dit was nogal ver rijden. Ik gaf nog aan dat ik niet vies ben van een autoritje, maar mijn collega zei: “Nee, dit is echt te ver, de plaatsnaam staat zelfs in het Frans beschreven.” Er werd een kantoorruimte op het gemeentehuis gereserveerd.

Op de dag van het gesprek kwam er een vrolijk stel het gemeentehuis binnen. Ze hadden duidelijk zin in het gesprek. En na hun fikse autorit waren ze ook blij met de koffie die ik hen aan kon bieden.

Hun verhaal in het kort: al 35 jaar bij elkaar. Samen hadden ze haar drie dochters opgevoed. Inmiddels waren er al volwassen kleinkinderen. Trouwen was altijd al de bedoeling geweest, maar er nooit van gekomen. Door allerlei omstandigheden en daarbij het feit dat hij Nederlander in België was, waren ze erachter gekomen dat trouwen eigenlijk wel moest ‘om het allemaal te regelen’.

“Maar waarom in Bergeijk trouwen en niet in jullie woonplaats?” vroeg ik. In eerste instantie was dat de bedoeling geweest, maar de papierwinkel die erbij hoorde schrok ze nogal af. En hij was recentelijk nog in Bergeijk geweest om zijn paspoort te verlengen. Bergeijk is namelijk een grensgemeente waar je dat, als Nederlander in België, kunt doen. Hij was daarbij zo fijn geholpen dat hij zijn partner overtuigd had van trouwen in Nederland en dan wel in Bergeijk.

Het gesprek was gezellig. Ik moest wel goed mijn best doen om hen te verstaan. En zij mij! Hij kwam uit het noorden van Nederland, maar na 35 jaar wonen in België was er een interessante mengelmoes van taal ontstaan. Het was gewoon fijn om naar te luisteren.

Ze vertelden over hun eerste ontmoeting, dat hij mét haar ook meteen drie pubers in huis haalde (haar dochters). Zij vertelde over haar vriendinnenclub waarmee ze wekelijks ging eten. En hij vertelde dat hij graag mocht wielrennen, lange afstanden liefst. Hij maakte grap na grap en zij speelde dat ze dat niet leuk vond, maar ondertussen keek ze hem verliefd aan en moest ze overal om lachen. Nog steeds. Na ruim 35 jaar.

Hun verhaal las als een sprookje. De speech had ik dan ook zo geschreven. Want met een goed verhaal als basis, schrijft zo’n speech zichzelf. Op de dag zelf checkte ik, samen met de bode, de muziek. “Komen ze binnen op dit nummer?” vroeg hij, “Wat gaaf!” En ja, dit koppel kwam dansend de zaal in op ‘Sultans Of Swing’ van de Dire Straits. Ze verlieten na de ceremonie de zaal op ‘Als De Zon Schijnt’ van André van Duijn. Het was echt een feestje en ik sloot deze mensen echt in m’n hart.

Aan het begin van de ceremonie heette ik iedereen welkom. Ze hadden allemaal een flinke afstand af moeten leggen om erbij te zijn. Het bruidspaar zelf dus ook, maar wat bleek? Bruidegom was op de fiets! Terwijl het gesprek op het gemeentehuis had plaatsgevonden omdat ze ver weg woonden. Afstand is relatief, dat blijkt dan wel.

Inmiddels heeft mijn trouwambtenaarschap me al op verschillende plekken gebracht. En dus ook een heel stuk België in, vanwege de grensgemeente-functie van Bergeijk. Houthalen, Balen, Leopoldsburg… Maar dus ook helemaal de andere kant op, naar boven, naar Noord-Holland bijvoorbeeld. Zo kom je nog eens ergens. Ik doe dat dan wel met de auto en niet, zoals deze bruidegom, op de fiets.

Cheers, Britt

PS Het plaatje…The World Is Your Oyster. Oesterschelpen schoongemaakt (uitgekookt) en daarna goud gespoten. Leuk als sieradenschaaltje of met een waxinelichtje er in.

Aanbevolen artikelen